Het oordeel van het verantwoordingsorgaan over 2020
Het VO constateert dat de aanbevelingen over 2019 en de speerpunten voor 2020 zoals benoemd in het VO-verslag over 2019 in het lopend jaar in belangrijke mate zijn uitgevoerd. Een aantal punten zijn nog niet opgepakt dan wel gerealiseerd en zijn zo nodig opnieuw meegenomen in de aanbevelingen over 2020.
Samenvattend oordeel
Het VO is van oordeel dat het in 2020 door het bestuur vastgestelde beleid en de genomen bestuursbesluiten in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden is. Bij het nemen van besluiten heeft het bestuur op evenwichtige wijze gehandeld door de belangen van alle belanghebbenden mee te nemen in zijn besluitvorming. Het bestuur heeft daarbij de formele en informele adviezen en aanbevelingen van het VO op adequate wijze meegenomen.
Aanbevelingen over 2020
Het verantwoordingsorgaan heeft de volgende aanbevelingen:
- Evalueer het huidige bestuurlijke model om de voor de toekomst meest gewenste positionering en governance structuur te kunnen vaststellen.
- Maak de benchmarking van de pensioenuitvoeringsorganisatie DPS onderdeel van fase II van het robuustheidsonderzoek in 2021.
- Pas op basis van de huidige praktijk en rekening houdend met de uitkomsten van de evaluatie van de fondsgremia de diverse reglementen aan. Neem hierbij de door het VO voor te stellen wijzigingen in het VO reglement mee.
- Neem de door het VO voorgestelde aandachtspunten mee in het nieuwe communicatiebeleidsplan.
Speerpunten 2021
De belangrijkste speerpunten waarop het VO in 2021 wil focussen:
- Volgen van ontwikkelingen betreffende de invoering van de nieuwe Wet toekomst pensioenen (pensioenakkoord) en invulling geven aan de rol van het VO in dat kader.
- Het monitoren van de opvolging door het bestuur van de uitkomsten uit het robuustheidsonderzoek deel 2.
- Het volgen van de ontwikkelingen met betrekking tot de acties van het bestuur inzake de toekomstige positionering en governance structuur van het fonds.
- Bewaking van het in 2020 vastgestelde premiebeleid en de naleving van de daarin opgenomen solidariteitsafspraken.
- Het beoordelen van het Communicatiebeleidsplan 2021-2023 en het toezien op de uitvoering daarvan.
- Volgen van de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheidsbeleid.